Backgammon - Handleiding
Spelvoorbereiding
Met /join kunnen 2 spelers in het spel stappen. Met /start begint het spel. In plaats hiervan kun je ook de Spel tool gebruiken!
Het spel
De afbeeldingen in deze handleiding zijn in het Engels. Online kan het gehele spel ook in het Nederlands worden gespeeld!
Elke speler moet zijn eigen 15 stenen door dobbelen over het spelbord bewegen, ze in zijn "binnenhof" verzamelen en ze vandaar van het bord af spelen. Wie dat het eerst lukt wint het spel.
Het speelbord

- Dobbelstenen
- Verdubbeldobbelsteen (alleen bij 'optie match' aanwezig)
- Behaalde punten
- Terug-pijl
- Brug
- Binnenhof van Rood (19-24)
- Buitenhof van Rood (13-18)
- Binnenhof van Zwart (01-06)
- Buitenhof van Zwart (07-12)
- Plaats voor van het bord gespeelde stenen
Het spelbord moet je zien alsof het in vieren is gedeeld. Horizontaal tussen de spitsen en verticaal door de Brug. Zo krijgt men de vier Hoven (zie boven 6 t/m 9) van het spelbord. De afbeelding laat de startopstelling zien.
Zwart en rood bewegen hun stenen in tegengestelde richting over het bord:
- Rood speelt met de klok mee, dus oplopend van 1 naar 24
- Zwart speelt tegen de klok in, dus aflopend van 24 naar 1
Spelverloop
De spelers gooien om beurten de dobbelstenen en verplaatsen vervolgens hun stenen in de voor hen geldende richting over het spelbord. Daarbij is het eerste doel alle eigen stenen in het eigen Binnenhof te verzamelen. Wanneer je dat voor elkaar hebt, kunnen de stenen van het bord af worden gespeeld.
Het oog van de vis laat steeds de kleur zien van de speler wiens beurt het is. Deze speler werpt de dobbelstenen door te klikken op de dobbelstenen links boven.
Stenen mogen door de speler alleen in de voor hem geldende speelrichting worden verplaatst. Nooit de andere kant op. Een speler kan de door hem gegooide ogen op verschillende manieren gebruiken. Hij kan:
a) twee stenen bewegen, elk zoveel plaatsen als het aantal ogen van één van beide dobbelstenen
of
b) één steen bewegen, eerst zoveel plaatsen als het aantal ogen van één dobbelsteen en dan zoveel plaatsen als het aantal ogen van de tweede dobbelsteen.
Het is niet toegestaan in een keer zoveel plaatsen verder te gaan als de som van de ogen van de twee dobbelstenen.
Voorbeeld: een speler gooit een 6 en een 3. Hij kan dan:
a) één steen zes plaatsen verder zetten en een andere steen drie plaatsen
of
b)één steen zes plaatsen verder en dan dezelfde steen nog eens drie plaatsen verder (of eerst drie plaatsen en daarna zes plaatsen)
Op één plaats mogen zoveel stenen als gewenst worden geplaatst.
Gelijke ogen
Als je een dubbel gooit (dus met beide dobbelstenen een gelijk aantal ogen), dan mag je deze worp dubbel uitvoeren. Daarbij zijn alle denkbare combinaties toegestaan:
Voorbeeld: een speler gooit dubbel vijf. Hij kan dan:
Eén steen vier keer vijf plaatsen verder zetten
of
Eén steen drie keer vijf plaatsen verder zetten en een andere één keer vijf plaatsen verder zetten
of
Twee stenen beide twee keer vijf plaatsen verder zetten
of
Vier stenen elk één keer vijf plaatsen verder zetten
Beide dobbelstenen gebruiken
Er zijn vaak verschillende mogelijkheden om je stenen te verplaatsen. Je bent verplicht de stenen zo te zetten, dat je beide dobbelstenen gebruikt.
Voorbeeld: er wordt een 6 en een 2 gegooid
Je kunt deze twee op verschillende plaatsen gebruiken, maar op sommige plaatsen zou je daarna de 6 niet meer kunnen gebruiken. Je moet nu een zet kiezen, die je de mogelijkheid biedt de 6 wel te gebruiken.
Geen zet mogelijk

Kan een speler geen van de gegooide ogen gebruiken, dan vervallen beiden en is de andere speler direct weer aan de beurt. Om de beurt aan de ander door te geven moet de speler klikken op steen van zijn kleur met het kruis erover, direct onder de dobbelstenen.
Niet alle zetten mogelijk
Als een speler één van de gegooide dobbelstenen niet kan gebruiken dan vervalt deze. Als bij een dubbele worp, niet alle mogelijkheden gebruikt kunnen worden, moeten alle mogelijke opties wel worden benut, de andere vervallen. Plaatsen die door meer dan één steen van een tegenstander worden bezet, kunnen niet worden gebruikt.
Stenen slaan
Een punt waarop slechts één steen ligt kan makkelijk worden geslagen.
Als een speler zijn steen beweegt naar een plaats waarop één steen van de tegenspeler ligt, wordt deze steen geslagen en direct op de brug geplaatst. Het is niet verplicht stenen te slaan. Als er een andere actie mogelijk is, kan de speler ook daarvoor kiezen.
In het spel brengen van stenen
Als een speler een of meer stenen op de brug heeft staan, moet deze eerst weer in het spel worden gebracht, voordat er een andere steen mag worden verzet. Stenen van de brug moeten altijd in de Binnenhof van de tegenstander weer op het bord weer worden geplaatst. Zwart dus bij de plaatsen 19 tot 24 en Rood bij de plaatsen 1 tot 6. Bij het binnenspelen wordt er geteld alsof de steen buiten het bord staat.
Als je één steen op de brug hebt en je deze door je worp op het bord kunt plaatsen, dan mag je met de ogen van de tweede dobbelstenen dezelfde of een andere steen zetten. Heb je echter nog een andere, geslagen steen op de brug staan, dan moeten deze eerst op het bord gespeeld worden. Als dat niet mogelijk is, omdat de plaatsen bezet zijn, vervalt de worp en de tegenstander is aan de beurt. De stenen op het spelbord mogen pas weer worden gezet, als zich van die speler geen stenen meer op de brug bevinden.

Rood heeft 4 en 1 gegooid. Maar beide plaatsen zijn bezet door Zwart. Rood moet dus passen. Zou Zwart op dit moment stenen op de brug hebben, zou hij deze met 1 en 5 in het spel kunnen brengen.
Ook bij het binnenspelen kunnen losse stenen worden geslagen.

Heeft een speler alle zes plaatsen van zijn binnenhof geblokkerd, dan geldt dat als een blokkade (shut-out). In dit geval kan geen steen van de brug worden binnengespeeld. De speler met de blokkade speelt zo lang alleen verder, tot hij gedwongen is een plaats vrij te geven. De geblokkeerde speler moet die tijd passen.
Uitspelen
Is het een speler gelukt al zijn 15 stenen in zijn binnenhof te verzamelen, dan mag hij beginnen met het van het bord af spelen. Het naar buiten spelen is alleen mogelijk als geen enkele steen zich buiten de binnenhof bevindt, dus ook niet op de brug! Een steen, die naar buiten is gespeeld, keert niet meer terug op het spelbord. Bij het van het bord spelen wordt zo geteld, alsof het veld buiten het spelbord bereikt moet worden.
Voorbeeld: Zwart heeft op alle plaatsen van zijn Binnenhof stenen. Hij gooit 5 en 3. Nu kan hij een steen van plaats 5 en een steen van plaats 3 van het bord spelen.

Als een speler bij het naar buiten spelen hoger gooit, dan het aantal ogen dat hij nodig heeft om stenen van de verste plaats naar buiten te spelen, dan mag hij de stenen vanaf de verste plaats naar buiten spelen.
Voorbeeld: Zwart heeft plaatsen 5 en 6 al leeggespeeld. Als hij nu een 5 of een 6 gooit, kan hij met deze worp een steen van zijn verst bezette plaats (dus de 4) naar buiten spelen.
Speleinde
Het spel eindigt als de eerste speler al zijn stenen uitgespeeld heeft. De telling gaat aan de hand van de punten die de tegenstander nog nodig heeft om zijn stenen uit te spelen (PIP-Count).
Opties
match X
Met deze optie kan een spel op X wedstrijdpunten worden ingesteld, d.w.z. men speelt zo veel spellen tot één van de spelers het gegeven aantal wedstrijdpunten bereikt of overschrijdt. De PIP-Count speelt daarbij geen rol.
Met de optie Match komt ook de verdubbeldobbelsteen in het spel. Een overwinning telt normaal als 1 punt. Met de verdubbeldobbelsteen kan een speler een verdubbeling van de spelwaarde aanbieden. Dit moet hij dan doen als hij aan de beurt is, voordat hij met de dobbelstenen gooit.

Om dat te doen, klikt hij op de verdubbeldobbelsteen onder de vis. Bij de tegenstander verschijnt dan dit scherm, waarin hij kan kiezen of hij instemt met de verdubbeling of deze afwijst. Als hij ze aanneemt, verdubbelt de waarde van het spel. Als hij ze afwijst, verliest hij het spel met de actuele spelwaarde.
Voorbeeld: een speler kiest gedurende het spel de eerste keer de verdubbeldobbelsteen; als de tegenspeler afwijst, verliest hij het spel met één wedstrijdpunt. Als hij aanneemt, loopt het spel verder en krijgt de winnaar voor zijn overwinning 2 wedstrijdpunten (als er niet nog eens wordt verdubbeld).
Het verdubbelen mag alleen afwisselend worden gedaan. Dus als het eerste voorstel van Zwart kwam, mag alleen Rood het volgende voorstel doen. Een speler mag dus niet twee keer achter elkaar een verdubbeling aanbieden.
Gammon
Als een speler al zijn stenen heeft uitgespeeld voordat zijn tegenspeler ook maar één steen kon uitspelen, geldt dit als een Gammon. Hiervoor krijgt de winnaar de dubbele wedstrijdpunten.
Backgammon
Als een speler al zijn stenen heeft uitgespeeld voordat zijn tegenspeler ook maar één steen kon uitspelen en heeft de tegenspeler nog een steen in het binnenhof van de ander of op de brug, geldt dit als een BackGammon. Hiervoor krijgt de winnaar de drievoudige wedstrijdpunten.
Crawford-regel
De Crawford-regel houdt in dat de verdubbeldobbelsteen niet gebruikt mag worden als een speler nog maar één wedstrijdpunt van de overwinning verwijderd is (bijv. 6 punten heeft in een 7-puntenwedstrijd). Dat geldt alleen voor het eerste spel na het bereiken van dat puntenaantal (nodig – 1). In de daaropvolgende spellen mag de verdubbeldobbelsteen weer normaal worden ingezet.
De optie match kann ook zonder numerieke waarde als /option match basis worden gebruikt. Dan speelt je weliswaar met een verdubbeldobbelsteen, maar zonder vastgesteld puntenaantal dat nodig is voor de overwinning. Beide spelers krijgen dan aan het einde van elk spel een scherm te zien, waarin ze wordt gevraagd of ze verder willen spelen (continue?) of het spel willen beëindigen (X).
tutor
De optie tutor toont de nummers van de plaatsen in het scherm, om het uitleggen te vergemakkelijken.