Go - Strategische tips
Begin van het spel

Normaal gesproken begint het spel ermee dat de beide spelers grofweg een gebied afbakenen, waarvan de gebiedsgrenzen achteraf steeds meer en meer vastgesteld worden. De kunst daarbij is om het juiste evenwicht te vinden. Wil je namelijk een te groot deel van de koek opeisen, dan komt het vaak voor dat de tegenstander binnenin 'jouw' eigen gebied een klein stuk voor zichzelf opeist.
Twee ogen
Wanneer je reeds een aantal spellen gespeeld hebt, zul je merken dat ook grotere groepen stenen af en toe door de tegenstander geslagen kunnen worden. Hoe moet een groep er nu uitzien, zodat deze niet meer geslagen kan worden? Hierbij is de volgende richtlijn handig: "Een groep met 2 ogen leeft!"

In het voorbeeld zijn twee zwarte groepen te zien, die op de met X aangeduide plaatsen een oog (= vrijheid binnen hun gebied) hebben. Wil wit nu deze groep slaan, dan zou op beide plaatsen tegelijkertijd een steen geplaatst moeten worden om zwart alle vrijheden te ontnemen. Slechts op 1 van beide plaatsen een steen plaatsen is door de zelfmoordregel verboden.
Groepen, die zoals in het voorbeeld bij zwart, twee ogen hebben of groepen waarvan de tegenstander niet kan verhinderen dat ze 2 ogen krijgen, worden sterk genoemd. Sterke groepen op het bord hebben is een voordeel!

Opgepast: het is hierbij belangrijk, dat alle stenen die aan de ogen grenzen ook werkelijk met elkaar of met een ander oog verbonden zijn. Anders ontstaat een vals oog, zoals hier aangegeven door de X. Dit is een onecht oog omdat beide groepen zwarte stenen niet met elkaar verbonden zijn. Zou wit nu op plaats A spelen, dan moet zwart zijn onecht oog (X) opvullen met een eigen steen om te verhinderen dat deze groep geslagen wordt. Hierdoor heeft de gehele groep nog maar 1 oog over, namelijk op plaats B en zal deze dus niet levend zijn en geslagen kunnen worden.

Zet zwart daarentegen een steen op plaats C, dan ontstaat er op A een nieuw oog, waardoor zwart zich verzekert van het overleven van de groep.
Seki

Op de afbeelding hiernaast wil geen van beide spelers op een plek aangegeven met X spelen (waarom wel?). Zo’n situatie wordt Seki genoemd. Deze stelling blijft normaal gezien gedurende het hele spelverloop ongewijzigd op het bord staan. Voor de beide plekken die met een X zijn aangegeven worden geen gebiedspunten uitgedeeld. Ze zijn neutraal gebied.
Ko-gevechten

Wit heeft in zijn vorige beurt op X een steen van zwart geslagen en dreigt in de volgende zet zelf op X een steen te zetten en daarmee de zwarte groep boven in te sluiten. Wat doe je in zo'n geval?

Zwart speelt een zogenaamde ko-dreiging. Dat wil zeggen, hij speelt een zet waarop wit moet reageren, als wit niet een groter verlies wil riskeren, bijvoorbeeld in de spelsituatie aan de rechterkant in de afbeelding.

Als wit daarop reageert kan zwart de oorspronkelijke Ko-zet uitvoeren. Op dat moment kan wit weer een ko-dreiging zoeken, om de situatie weer naar zijn voordeel om te buigen.

Gaat wit niet in op de ko-dreiging van zwart, dan kan wit onbedreigd de zwarte stenen boven slaan, maar heeft de zwarte speler onderaan rechts wel 2 stenen als compensatie verkregen.
Eindspel
Als het spel zijn einde nadert worden de afgegrensde gebieden steeds duidelijker. Alle grenzen worden steeds verder gesloten en er blijven alleen nog kleine, van elkaar losstaande vrijheden in de gebiedsgrenzen over. Dan is het zaak af te wegen welke zet het meeste punten oplevert. Meestal zijn zetten, die bijv. nog 1 punt opleveren, maar ook de dreiging bevatten om grote schade aan je tegenstander te veroorzaken, te verkiezen boven zetten, die je meer punten opleveren, maar die ervoor zorgen dat je tegenstander het initiatief krijgt.

Hiernaast zou wit bijvoorbeeld op de plaatsen A of B kunnen spelen. Speelt wit op A, dan is zwart gedwongen om op plaats C te spelen om de levende groep van wit geen verdere mogelijkheid te geven om binnen te dringen. Aansluitend kan wit op B spelen om zijn groepen te verbinden, maar heeft zwart wel de mogelijkheid om elders op het bord te zetten, aangezien deze situatie nu dreigingsloos is.
Speelt wit eerst op B dan zal zwart waarschijnlijk als tegenzet op plaats A de grens sluiten. Hiermee verkrijgt zwart 1 extra punt ten opzichte van de vorige variant, maar heeft wit nog wel het initiatief.