Kardinal & König (Kardinaal & Koning) - Handleiding
Spelvoorbereiding
Met /join kunnen 3-5 spelers in het spel stappen. Met /start begint het spel. In plaats hiervan kun je ook de Spel tool gebruiken!
Het spel

De afbeeldingen in deze handleiding zijn in het Duits. Online kan het gehele spel ook in het Nederlands worden gespeeld!
Elke speler probeert zoveel mogelijk punten te scoren in de twee tellingen met kloosters, raadsheren en ketens. Daarbij moet je proberen je speelstukken zo handig mogelijk te plaatsen.
Het speelbord

Onderin het scherm wordt telkens de huidige ronde en fase getoond.

Rechts bovenin zie je het overzicht van de spelers. Achter elke naam staan het aantal punten dat deze speler al heeft gehaald (Pt) en het aantal kloosters (K) en raadsheren (R) dat hij nog in voorraad heeft.
Bij de actieve speler staat een * voor en achter de naam. De startspeler is aangeduid met een "S" voor de naam.
Onder het overzicht van de spelers worden de drie kaarten getoond die je op de hand hebt. Daaronder zie je de twee openliggende kaarten van de trekstapel en rechtsboven daarvan de trekstapel met daarop het aantal kaarten vermeld dat hier nog in zit.
Spelverloop
Kaarten spelen

Als je aan de beurt bent moet je 1 tot 3 kaarten uitspelen. Klik op de kaarten die je wilt spelen en dan op "ok". Indien geen geldige zet mogelijk is (zie onder 4) met deze kaarten gebeurt er niets. Dan moet je dus een stel kaarten selecteren waarmee wel een geldige zet kan worden gedaan. Als er wel een zet mogelijk is verandert het woord "ok" in "verder".
In plaats van het spelen van kaarten om iets te bouwen kan je ook een kaart afleggen. Klik hiervoor eerst op de kaart die je kwijt wilt en dan op "Afleggen".

De kaarten die worden uitgespeeld worden voor alle spelers zichtbaar onderin het scherm.
Vervolgens kun je dan bouwen door op de plek(ken) op de kaart te klikken waar je kloosters of raadsheren wilt hebben (zie verder hieronder).
Nadat je hebt gebouwd of een kaart heb afgelegd moet je net zo veel kaarten trekken als dat je gespeeld hebt. Je mag voor elke kaart kiezen of je een open of gesloten kaart neemt. Met een klik op de gewenste kaart of de trekstapel krijg je een kaart.
Plaatsen van kloosters en raadsheren

Met behulp van de gespeelde kaarten kan je nu objecten plaatsen op het bord. Hiervoor is de 3-2-1 regel van belang: met maximaal 3 kaarten mag je maximaal 2 objecten in 1 land plaatsen.
Elke kaart geeft 1 of 2 landen aan waarin geplaatst kan worden. Met een kaart waarop Lothringen/Italien staat kan je dus of in Lothringen of in Italien objecten plaatsen. Twee gelijke kaarten tellen hierbij als een joker of als twee kaarten voor hetzelfde land: met twee kaarten Frankreich kun je dus 2 objecten in Frankreich plaatsen of 1 object in bijvoorbeeld England. Als je 3 kaarten uitspeelt moeten er altijd 2 gelijk zijn, zodat je 2 objecten plaatst in 1 land. Je kunt twee soorten objecten plaatsen: kloosters en raadsheren.
De kloosters worden op de op het bord gemarkeerde kloostervelden gebouwd. Deze velden zijn onderling verbonden met wegen. Bij het plaatsen van kloosters geldt verder:
- er mag in een beurt maar in 1 land objecten geplaatst worden
- er mogen per beurt maximaal 2 objecten worden geplaatst
- in een onbezet land mag alleen maar één klooster worden geplaatst
- twee gelijke kaarten kunnen als een joker voor een land naar keuze worden gebruikt
Je speelt dus eerst 1 tot 3 kaarten voor een land naar keuze en zet dan je klooster(s) op de gewenste plekken. Bij de meeste kaarten kun je kiezen in welk land je objecten plaatst, maar meerdere objecten moeten in hetzelfde land worden gezet.

Raadsheren kunnen in plaats van of tegelijkertijd met kloosters worden geplaatst. De raadsheren worden in het midden van een land op het wapen van dat land gebouwd. In een land mogen maar maximaal zoveel raadsheren van alle spelers gezamenlijk staan als het aantal kloosters van de speler die de meeste kloosters in dat land heeft.
In de afbeelding staan 4 groene en 2 witte kloosters in Italien. Groen heeft daar de meerderheid met 4 kloosters. Daarom mogen er in Italien op dat moment maximaal 4 raadsheren staan. Je hoeft geen kloosters in een land te hebben om daar raadsheren te kunnen plaatsen.
Tellingen
Er worden twee keer punten geteld in het spel: halverwege en aan het eind. Beide keren vinden plaats aan het eind van de ronde waarin de trekstapel opraakt. Als dit voor de tweede keer is gebeurd eindigt het spel.
Bij de eerste telling worden alleen de kloosters gewaardeerd. Per land wordt bekeken hoe de verdeling is tussen de kloosters van de spelers. De speler met de meeste kloosters krijgt het aantal punten gelijk aan het totaal aantal kloosters in dat land. De tweede plaats krijgt het aantal punten gelijk aan het aantal kloosters dat de eerste plaats heeft. De derde plaats krijgt het aantal punten gelijk aan het aantal kloosters dat de tweede plaats heeft, enzovoort. Bij een gelijke stand krijgen de betreffende spelers allemaal deze punten.
Bij de tweede telling worden ook weer op dezelfde manier de kloosters gewaardeerd. Nu worden echter ook de kloosterketens en de raadsheren geteld.

Kloosterketens worden gevormd door minstens 4 kloosters die in één lijn met elkaar verbonden zijn door straten (aftakkingen tellen dus niet mee). Ketens kunnen over de landsgrenzen heen lopen. Ketens leveren het aantal punten op gelijk aan de lengte ervan.

Raadsheren leveren punten op als je in twee landen die een verbond hebben de meeste raadsheren hebt staan. Het verbond tussen 2 landen wordt aangegeven door de getallen 1 tot en met 15 die tussen twee landen staan (eventueel met een verbindingslijn).
De landen hoeven dus niet direct aan elkaar te grenzen (bijvoorbeeld Aragon - Italien en England - Lothringen). Omgekeerd geldt dat een gemeenschapellijke grens ook niet direct betekent dat er een verbond is. Zo heeft Schwaben een verbond met Franken, Burgund en Bayern, maar niet met Italien en Lothringen, ondanks dat deze aan elkaar grenzen.
De raadsheren worden per verbond geteld. Je moet in beide landen van een verbond de meerderheid hebben in raadsheren wil je punten krijgen voor dat verbond. Bij een gelijke stand in een land hebebn de betreffende spelers allemaal de meerderheid. Het aantal punten dat je krijgt is gelijk aan het totale aantal raadsheren in beide landen.
Voorbeeld Bayern - Franken: hier krijgt alleen groen punten voor de raadsheren, aangezien wit en geel maar in één van beide landen een meerderheid hebben. Groen heeft echter in beide landen ee nmeerderheid en krijgt dus 4 (Franken) + 2 (Bayern) punten.
Voorbeeld Bayern - Schwaben: hier krijgt alleen wit punten, aangezien groen en geel maar in één van beide landen een meerderheid hebben. Wit krijgt dus 2 + 2 punten.
Voorbeeld Bayern - Italien: wit en groen hebben allebei een (gedeelde) meerheid en krijgen allebei 6 punten.
Speleinde
Het spel eindigt na de tweede telling, dus nadat de trekstapel voor de tweede keer op is geraakt.
De speler met de meeste punten wint het spel. Bij een gleijk stand wint de speler die de meeste speelstukken nog over heeft.
Speelmateriaal
Alle spelers hebben 20 kloosters en 8 raadsheren tot hun beschikking.